ZELF CHAPATI’S ( platte broodjes) MAKEN VOOR JE CURRY
UIT HET KOOKSCHRIFT VAN TANTE DORA
In haar kookschrift verzamelt tante Dora al jaren smakelijke recepten, spaarzame kooktips en maaltijdsuggesties. Een schat aan inspiratie, opgeborgen in de la van de keukentafel. Gelukkig mag Dora Besparen elke dag in het geheime kookschrift bladeren, en de erin opgeborgen kennis en ervaring met haar lezers delen.
Wat is een chapati? Een chapati (spreek uit: ‘tsjapatie’) is een dun, plat brood, dat in de Indiase keuken wordt gebruikt als een soort eetbare lepel. Je schept je eten op met een stuk van de chapati. Zoals de lekkere curry, waarvan binnenkort weer een recept op onze site staat. Je kunt chapati’s kant en klaar in de winkel kopen, maar ze zijn heel gemakkelijk zelf te maken. Simpel een kwestie van meel, zout, olie en een beetje warm water. Geen gist of bakpoeder: chapati is een oerbrood.
Voor zes tot acht chapati’s heb je nodig:
- 400 gram meel (geen zelfrijzend bakmeel)
- een afgestreken theelepel zout
- een eetlepel olie, bijvoorbeeld zonnebloemolie
- enige eetlepels liefst warm water
De chapati’s worden gebakken in een platte pan, bijvoorbeeld een ijzeren koekenpan.
Meng het meel, het zout en de olie in een grote schaal. Voeg enige lepels warm water toe, en begin te kneden. Uiteindelijk moet je een stevig, elastisch deeg krijgen. Voeg het water dus niet in één keer toe, maar lepeltje voor lepeltje, en kijk hoe het deeg wordt. Het kneden mag je best wat langer volhouden. Des te soepeler wordt het deeg, en het is goed voor de armspieren.
Als het deeg klaar is, leg je het in de schaal en doet er een velletje keukenfolie overheen. Het deeg moet minstens een kwartiertje rusten, dan zuigen de meelkorreltjes zich vol met vocht. Daardoor wordt het deeg nog elastischer.
Neem de deegbal uit de schaal, en trek er een stukje van af, ongeveer ter grootte van een pingpongbal. Rol het deeg tot een balletje en leg dat op een glad werkoppervlak. Rol het balletje plat met een deegroller. Om vastplakken te voorkomen kun je het werkoppervlak bestuiven met meel, maar wees daar wel zuinig mee. Zorg ervoor dat de deegplak rond en vooral: goed dun is. Een millimeter is al bijna te dik. Echt: hoe dunner de deegplak, hoe beter de chapati.
Laat de koekenpan redelijk heet worden. Doe geen olie in de pan! De chapati moet droog bakken. Leg het dunne, ronde deegplakje in de hete pan en wacht. Al vrij snel vormen zich van binnenuit belletjes. Dat komt door de stoom die binnen in de chapati ontstaat. Het deeg is bezig met garen!
Wacht even, en draai dan de chapati om. Terwijl de andere helft gaart, vormen zich al meer belletjes. Geduld. Draai na enige tellen de chapati om, en herhaal dat omdraaien met enige regelmaat. Gebruik een tang, als je je vingers niet wilt verbranden.
Uiteindelijk zul je zien dat de belletjes een beetje bruin worden: dat is een goed teken. Bovendien begint de chapati flink op te puffen. Hoe dunner het deeg, hoe beter de chapati oppuft. Je kunt die grote ‘blaren’ een beetje plat drukken, maar het hoeft niet.
Als de buitenkant gaar is, als de chapati hier en daar opgepuft is, en als er bruine plekjes en randjes ontstaan, dan is de chapati gaar. Leg hem op een rooster en laat hem uitdampen.
Zo, dat was de eerste chapati! Nu de rest van het deeg op dezelfde manier. Het kost even tijd, maar dan heb je ook zes tot acht authentieke Indiase platte broodjes, heerlijk vers en zonder kunstmatige toevoegingen, klaar om bij een echte Indiase curry te eten.
Binnenkort op Dora Besparen een heerlijke vegetarische curry op basis van kikkererwten, tomaat en ui. Met een eigengemaakte chapati is dat een koningsmaal.
De recepten en tips in dit artikel zijn eerder verschenen op Dora Besparen. Ze zijn inmiddels verbeterd en aangepast. Heb je suggesties en opmerkingen? Deel ze onderaan deze pagina of op Facebook, of stuur je mail naar: tante@dora-besparen.nl