KACHELPOETS

Gedurende de wintermaanden presenteren we een aantal gebruiksvoorwerpen en producten die heel normaal waren in de jonge jaren van tante Dora, maar die langzamerhand zijn vergeten. Vaak zijn dat voorwerpen en producten die ooit hoorden bij een spaarzame levenswijze. Vandaag in Dora’s ding: kolenkachels poetsen met kachelpoets.

Wie ouder is dan vijftig jaar, heeft ze vast nog meegemaakt: kolenkachels. Bijna heel Nederland had in de huiskamer ooit een kolenhaard staan. De badkamer en de slaapkamers waren meestal onverwarmd en in een strenge winter stervenskoud, maar in de woonkamer gloeiden de steenkooltjes hun rode gloed. En zwom je zowat de tent uit, zo bloedheet was die kachel! Meestal stond er een waterketel op, waarin het water tegen het kookpunt aanzat.

8633-3 Kolenkachel

De kolenhaard gaf veel warmte, maar het was een heidens karwei om hem aan de gang te krijgen, en aan de gang te houden. ’s Morgens werd eerst de asla met de as van de vorige dag leeggemaakt, en daarna werden er nieuwe kolen in de haard gedaan. Met behulp van proppen krantenpapier en aanmaakhoutjes werd de brand erin gestoken, tot de kolen gloeiden. Vervolgens was het zaak om het vuur aan de gang te houden door op geregelde tijden kolen na te vullen uit de kolenkit naast de kachel.

Veel werk

Kolen stoken was veel werk. Je moest er eigenlijk de hele dag bij blijven en erop letten. Geen wonder dat moderne mensen in de jaren vijftig overschakelden op een oliekachel, die vanuit een tank met petroleum automatisch van brandstof werd voorzien. De oliekachel was veel gemakkelijker aan te steken en te reguleren dan de kolenhaard. Toen eind jaren zestig in Nederland aardgas werd ontdekt, was het binnen een paar jaar helemaal met de kolenkachel gedaan. Stoken met kolen kon qua gemak en efficiëntie niet op tegen de gaskachel, en tegen de gasgestookte centrale verwarming die kort daarna overal werd toegepast.

Bovendien zorgde kolenstook voor veel stof en roet in huis. Het was ooit normaal dat mensen in het voorjaar, na het winterse stookseizoen, het hele huis schoon sopten om resten stof en as te verwijderen. In veel huishoudens werd zelfs elk voorjaar de woonkamer opnieuw behangen, omdat de roetaanslag het oude behang grauw had gemaakt.

Dora kolen 2

Het was niet ongewoon om de kolenkachel in het voorjaar los te koppelen van het rookkanaal, en hem gedurende de zomer op zolder te parkeren. Voordat het ijzeren gevaarte op zolder werd gehesen, werd het eerst grondig schoongemaakt. Daarvoor werd onder andere kachelpoets gebruikt, een mengsel van grafiet en lijnolie. Grafiet is hetzelfde spul waar zwarte potloden van gemaakt zijn. Het maakt ook zwart gietijzer mooi donker. Kachelpoets wordt daarom ook wel kachelpotlood genoemd, kachelzwartsel, of kachelglans, omdat het dof geworden metaal weer glans geeft. Zo kon je het stookseizoen in de late herfst beginnen met een nette kolenhaard. Niet onbelangrijk, toen.

verwarmingsknop

Er wordt in ons land nauwelijks meer op kolen gestookt. Maar houtkachels zijn tegenwoordig hartstikke hip. En ook houtkachels worden dof door gebruik. Dus ook in 2016 wordt er nog kachelglans verkocht, bijvoorbeeld van het merk Zebraline, dat in grootmoeders tijd ook al werd gebruikt. Blijkbaar houden ouderwetse stokers ook nu nog van een mooi glanzende kachel. Tante Dora heeft in haar seniorenwoning centrale verwarming. Tante Dora heeft geen heimwee naar kachelpoets, of naar kolenstook. Een cv is veel gemakkelijker en schoner.

LEES MEER: Vorige week in Dora’s ding: de trouwe centrifuge:

http://www.dora-besparen.nl/doras-ding/de-centrifuge/

 

Dit vind je misschien ook leuk...