BESPAREN IS WAT ANDERS DAN SPAREN
Mensen die trouw hun oude kranten en folders opsparen en aanbieden om te recyclen, komen misschien op tien kilo oud papier per maand. Is dat veel? Als je het per maand bekijkt is het niet spectaculair. Maar op jaarbasis heb je 120 kilo papier aangeboden. Als je dat tien jaar doet, kom je uiteindelijk op 1200 kilo: ruim een ton papier. Als je dat dertig jaar doet, is dat in de buurt van vier ton. Dat is een serieuze hoeveelheid oud papier. Daarmee heb je een half bos behoed voor een einde als papierpulp. Stel je eens voor dat jouw hele stad fanatiek meedoet met het recyclen van papier. Het zal je duizelen.
Wat voor oud papier geldt, geldt ook voor kleine besparingen. Wie slechts een euro per dag bespaart, heeft aan het eind van het jaar 365 euro bespaard, en na tien jaar 3.650 euro. Voor zo’n bedrag kun je heel veel mooie dingen doen, waarvoor je bovendien niets hoeft te laten: je hebt het immers niet ge-spaard, maar be-spaard. Er is een groot verschil tussen sparen en besparen.
Totale budget
Je kunt ook elke dag een euro in een spaarpot doen. Maar daarmee onttrek je geld aan jouw totale budget, dat daardoor kleiner wordt. Je beschikt hooguit na een jaar over een aardig potje, dat echter vooral een sigaar uit eigen doos is. Als je iets be-spaart, houd je per saldo geld over. Je hebt namelijk een bepaald bedrag NIET uitgegeven. Daardoor vergroot je de totale hoeveelheid geld waarover je kunt beschikken. Dat is het fundamentele verschil met sparen.
Door kleine bedragen te sparen, bijvoorbeeld in een zegelboekje van de supermarkt, houd je soms extra geld over, omdat je over je gespaarde koopzegeltjes een bescheiden maar redelijke rente krijgt. Door geld te besparen, verlaat het niet eens je portemonnee. Je hebt je geld simpelweg niet uitgegeven, en houdt het daardoor over om aan iets anders te spenderen. Iets waar je echt plezier aan beleeft, of wat je heel erg graag wilt bezitten.
Gesloten beurzen
Besparen gebeurt met gesloten beurzen. Daardoor merk je het niet meteen, zoals bij sparen. Als je spaarpot zwaar is van de gespaarde munten, dan is dat letterlijk voelbaar. Een portemonnee die minder snel leeg raakt is minder direct voelbaar. Daarom vraagt besparen wat rekenwerk, om het te voelen. Het is abstracter dan sparen. Maar wie rekent, zal merken dat besparen superieur is aan sparen. Het is namelijk een keuze tussen ‘zinvol’ en ‘niet zinvol’. Je gaat bewuster je geld uitgeven. Of juist niet uitgeven. Jij pakt de regie van je leven terug, soms met eurootjes tegelijk, maar over langere tijd ben jij de winnaar.
Sparen is wat anders dan besparen. Je kunt het bespaarde ook sparen, door het bespaarde bedrag in een spaarvarken te stoppen. Maar in de praktijk heb je simpelweg meer financiële armslag, als je bespaart. Dat is een heerlijk gevoel. En je hoeft er, als je het goed en met overleg doet, geen cent voor te laten. Sparen is geld onttrekken, besparen is geld creëren. De keus is gemakkelijk gemaakt.
LEES MEER: ‘Gratis’ is nog steeds de meest effectieve vorm van besparen:
Dat is wel even een goeie om over na te denken. Voorheen spaarde ik een vast bedrag per maand, en wanneer ik bijvoorbeeld een lagere premie voor iets moest betalen, wilde ik dat geld óók nog aan de kant zetten. Of wanneer ik een loonsverhoging had gehad, wat me netto 10 euro per maand opleverde, ook aan de kant zetten. Maar daar ben ik vanaf gestapt. Het gaf me onrust, ik spaar nu een vast bedrag per maand, wat ik minimaal wil sparen. Dan blijft er geld over voor boodschappen en andere kosten. Wanneer het nieuwe salaris gestort wordt, en er staat bijvoorbeeld nog 20 euro, of 2,18 euro dan boek ik dat ook over naar een spaarrekening. En aan het eind van het jaar staat er toch een fijn bedrag!