DAT ATEN WE VROEGER NIET, NU WEL (DANKZIJ DE EUROPESE UITWISSELING)
Nu Groot-Brittannië de Europese Unie dreigt te gaan verlaten, is het misschien goed om eraan te herinneren dat de Europese samenwerking ook in de keuken heeft doorgewerkt. De producten waarmee tante Dora vijftig jaar geleden het avondeten bereidde, waren meestal van eigen bodem: boerenkool, aardappelen, en heel af en toe zure (en dure) druiven uit een kas in het Westland. Maar toen begon de onderlinge Europese handel op gang te komen!
In de jaren vijftig at vrijwel niemand knoflook. Tante Dora kan zich nog herinneren dat ze midden jaren zestig voor het eerst knoflookworst at, tijdens een vakantie in Frankrijk. Ze vond het uiteindelijk lekker, maar het was wel heel erg wennen. Net als de goedkope landwijn, die je erbij moest drinken. In Nederland dronken alleen de gegoede standen wijn. Pas toen Albert Heijn eind jaren zestig Franse tafelwijn in melkpakken van een liter begon te verkopen (voor een rijksdaalder), ging ook de rest van het land overstag.
Ouderwetse kookboeken
Wie ouderwetse kookboeken uit de jaren vijftig bestudeert, zal daarin zelden producten als camembert, olijven, kappertjes, artisjokken, courgettes of aubergines aantreffen. Die werden in Nederland toen niet verkocht. Omdat de Nederlanders nog niet zulke verre reizen maakten, kenden ze ze ook niet van de vakantie. Maar zelfs groenten die we nu doodnormaal vinden, zoals broccoli, champignons en koolrabi, werden hier niet verkocht. Ze werden wel in andere delen van Europa gegeten, maar niet hier.
Vaak waren het avontuurlijke marktkooplui, die de onbekende vruchten en groenten in hun stalletje legden. De ‘gastarbeiders’ die in ons land werkten, kenden die spullen immers wel. Nederlanders aten geen watermeloenen, voor Turken was het een doodnormaal stukje fruit. Tot ook de Nederlanders de smaak te pakken kregen. Ook populaire supermarkten als Albert Heijn droegen in de jaren zestig een steentje bij aan de acceptatie van nieuwe etenswaar. Niet alleen wijn, maar ook de toen onbekende paté, stokbrood en allerlei bijzondere Franse kaasjes kon je er kopen, vaak voor een schappelijke prijs.
Ineens was het alsof heel Europa mee aan tafel zat. Wat mensen op vakantie aan het Gardameer aten, wilden ze ook in Nederland kunnen kopen. Soms werden de artikelen ingevoerd uit het land van oorsprong, soms maakten de handige Hollandse telers er een succes van. In de jaren vijftig was tomaat een luxeartikel. Tegenwoordig zijn tomaten in allerlei soorten en maten te krijgen, van goede kwaliteit, vrijwel biologisch geteeld in Hollandse kassen. En goedkoop zijn ze ook nog.
Hippe jonge mensen
Hippe jonge mensen zouden raar staan te kijken, als alle producten uit de winkels zouden worden verwijderd, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw ook niet in de winkel lagen. Geen carpaccio met geroosterde pijnboompitten, geen mango’s, geen knapperig broodje brie met pesto en rucola, en geen risotto met eekhoorntjesbrood. Toen onbekend, nu heel gewoon, en voor heel veel mensen te betalen.
Lekker eten kent geen grenzen. Als heel veel landen met verschillende eetculturen met elkaar handel drijven, dan komen al die lekkere spullen ook op andere plekken terecht. Hollandse haring, stroopwafels en zelfs de door Indonesiërs bedachte stokjes saté zijn inmiddels onze culinaire exportproducten geworden, waar toeristen kilometers voor omrijden. En zeg nou zelf: samen eten van elkaars lekkernijen, dat is toch het leukste wat er is?
LEES MEER: De buitenlandse keuken is vaak erg voordelig, dus ideaal voor mensen die krap zitten: