DINGEN, DIE POLITICI MEESTAL NIET WETEN OVER ARMOEDE
Bevoorrecht
Het is maar de vraag, of Nederlanders met een krappe uitkering of met een klein pensioentje erg op deze deftige heren en dames uit de politiek kunnen rekenen. Veel van de landelijke politici zijn geboren in bevoorrechte maatschappelijke kringen, en hebben in hun omgeving geen werklozen in de bijstand. Die komen ze nauwelijks tegen, in hun dagelijkse leven. Zelf verdient een kamerlid met zijn of haar werk zo’n achtduizend euro, plus onkostenvergoedingen. Per maand, dus. Zij hoeven niet te beknibbelen op nieuwe schoenen voor hun kinderen.
Hier een lijstje van dingen die heel veel politici niet weten over armoede:
• Wie op bijstandsniveau leeft, heeft geen geld om een nieuwe (desnoods tweedehands) wasmachine te kopen, als de oude ermee ophoudt. Politici en andere beterverdienenden denken vaak dat mensen met weinig geld dan kunnen aankloppen bij de gemeente, die ze zonder aarzelen gratis een nieuwe wasmachine geeft. Zo werkt het natuurlijk niet. Je kunt hooguit een lening van de gemeente krijgen. Om die af te lossen moet je maandenlang krom liggen, waardoor je, behalve voor eten, niets overhoudt voor extra boodschappen. Als de wasmachine én de koelkast kort na elkaar instorten, dan moet je kiezen welk apparaat je gaat vervangen. Want twee leningen aflossen gaat niet.
• Nieuwe kleren voor jou en je kinderen kun je niet kopen, als je op bijstandsniveau leeft. Je bent altijd afhankelijk van de afdankertjes van anderen, en van de goedkope tweedehands kleding van de kringloopwinkels en de kledingwinkels van het Leger des Heils. Als je echt helemaal niets meer hebt, dan kun je misschien langs bij de Kledingbank, waar je met enige regelmaat gratis kleding kan meenemen, naar het voorbeeld van de Voedselbank. Bij zo’n Kledingbank kun je niet zomaar binnenlopen. Je moet een verwijzing krijgen, zoals bij een verwijzing naar een dokter. Je moet er dus om vragen (bedelen).
• Grote internationale bedrijven betalen in ons land nauwelijks belasting, en dragen weinig af aan premies. Mensen met een klein pensioentje of een uitkering betalen wel de volle poet. Er zijn van die periodes in het jaar dat zij wel drie, vier brieven in de week krijgen, waarin ze worden gesommeerd om geld op te hoesten. Omdat ze teveel huurtoeslag hebben ontvangen, omdat iemand aan een officieel bureau een administratieve fout heeft gemaakt, of omdat ze, als kleine krabbelaars die iets bijverdienen, opeens een hele smak belasting moeten betalen.
• Ziek zijn kun je je eigenlijk niet veroorloven, als je weinig geld hebt. Je bent zogenaamd tegen medische kosten verzekerd, maar de verzekeraar begint pas te betalen als je eerst zelf honderden euro’s hebt opgebracht. Voor een alleenstaande in de bijstand is dat bijna een derde van zijn bruto uitkering. Als een Kamerlid in Den Haag een derde van zijn achtduizend euro zou moeten betalen, dan zou het eigen risico van deze groep uitkomen op ruim 2,5 duizend euro per jaar. Maar dat betalen zij natuurlijk niet. Zij betalen net zoveel als een bijstandsmoeder.
Enzovoort, enzovoort. Die tweedeling in Nederland? Die is er wel degelijk. Maar die ligt er vooral aan, dat politici en andere beterverdienenden geen idee hebben wat armoede is. Dat is privé natuurlijk heel fijn voor deze mensen. Maar door hun onwetendheid sluiten ze wel hun ogen voor een werkelijkheid die heftiger en onrechtvaardiger is dan zij zich kunnen voorstellen. Dat is zeker een zwak punt als je politicus bent.
LEES MEER: Dus nee: niet iedereen kan zomaar dure biologische producten kopen. Dat is jammer, maar ook de realiteit:
NIET IEDEREEN KAN BIOLOGISCH BETALEN
Dus nu het dilemma waar ik en ik denk velen met mij voorstaan. Ik wil stemmen, maar waarop ? Want zelfs de partijen die zeggen op te komen voor die groep mensen die jij beschrijft met een uitkering, klein pensioen en een minder dan modaal inkomen maken dat niet echt waar. Uiteindelijk sluiten zij compromissen waarvan zij zeiden dat ze daar niet mee akkoord zouden gaan.
Een goed geschreven stukje! Dit zouden alle politici moeten lezen.
Wat een uitermate treurig en stigmatiserend stukje is dit. Hoe weet u dat onze tweede kamerleden geen mensen kennen met een uitkering? Nodig eens een politicus uit, en ga het gesprek aan over de problemen waar je tegenaan loopt. Je kunt natuurlijk ook zelf lid worden van een politieke partij en actief meedoen, in plaats van aan de zijlijn te ‘zeuren’. De politiek moet mijns inziens een afspiegeling zijn van de bevolking, dus arm èn rijk, om ieders belangen zo goed mogelijk te behartigen. Kies in ieder geval op 20 maart de politicus die bij je past (en ja, daar zitten ook mensen tussen die weten wat tegenslag in het leven is).
Hear, Hear!