WE LEVEN IN EEN LAND VOL OVERVLOED

Eén van de neven reisde lang geleden met de trein door communistisch Polen. In de restauratiewagen kon je een simpele maar stevige goulash met bonen kopen. En de uitbater had die dag beslag weten leggen op een voorraad dozen met zuurstokkleurige snoepjes. Niets bijzonders, die snoepjes, zeker als je er met een westerse, kapitalistische blik naar keek. Maar op dat moment was er wel een tekort aan suiker in Polen, en het was een wonder dat deze snoepjes ineens te koop waren.

dora-rij-wachtenden

Bijna alle Poolse bezoekers van de restauratiewagen kochten een kom goulash, én kochten zo’n doos met snoepjes. Je wist immers maar nooit, wanneer er weer een gelegenheid zou komen om dergelijke snoepjes te kopen. Misschien vonden ze de snoepjes er ook niet zo lekker uitzien. Maar het was nu of nooit. Beter iets dan niets.

Chronisch tekort

In het communistische Polen heerste vroeger een chronisch tekort aan van alles. Je kocht wat er was, omdát het er was, ook als je het niet nodig had. Want de komende maanden of zelfs jaren deed zich zoiets misschien niet meer voor. Je gaf als Pool geld uit aan dingen die je niet wilde hebben, maar het voelde als rijkdom. Want zo werken tekorten en gebrek.

Laten we gelukkig zijn dat er in ons land van alles te krijgen is. Dat wil niet zeggen dat ook iedereen kan krijgen wat hij of zij wil. Dat wil niet eens zeggen dat iedereen kan krijgen wat hij of zij beslist nodig heeft. Ook in Nederland is er armoede, en hebben veel mensen, ook doodgewone en hardwerkende mensen, er moeite mee om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar er zijn geen tekorten. Alles is er in principe. De vraag is alleen: hoe kom ik er aan?

dora-uitverkoop-vecht

Vergeet nooit dat het er allemaal is. Als je je gedeprimeerd voelt omdat je nodig een nieuwe jas nodig hebt, maar hem niet kan betalen, of een tentoonstelling wilt bezoeken waarvoor je (te) ver moet reizen: bedenk dat het er wel is. De vraag is alleen: hoe kom ik eraan? Dat klinkt misschien als het intrappen van een open deur, maar dat is het niet.

Geruststellende gedachte

Er is een wezenlijk verschil tussen algehele tekorten enerzijds, en geen toegang hebben tot bepaalde goederen of diensten. Wij leven in een land van overvloed. Zelfs voor arme mensen is dat een geruststellende gedachte, want het betekent dat alles er is. Misschien niet meteen voor jou, maar het is er. Maar misschien kun je het wel krijgen. Bijvoorbeeld door te vragen. ‘Ik zie dat u… Mag ik alsjeblieft…?’ Soms krijg je het dan. Bijvoorbeeld het geld voor een nieuwe fiets, die je nodig hebt. Er zijn instanties die daarvoor geld beschikbaar hebben. En die fiets: die is er, want we leven in een land van overvloed. Of misschien wil een lieve vriend of vriendin je wel meenemen naar die mooie tentoonstelling, die je zo graag wilt zien. Want die tentoonstelling: die is er.

We leven in een land van overvloed, en niet een land van tekorten. Dat biedt perspectieven, ook voor mensen met minder geld. Ga niet in de put zitten, maar ga methoden zoeken, en vinden, om die overvloed naar jou toe te krijgen. Daar hoef je geen rotdingen voor uit te halen. Gewoon vragen, kan al een heleboel opleveren. Nee heb je, ja kun je krijgen, zei tante Dora altijd. Want het is er gewoon. Fijn hè?

dora-distributie

LEES MEER:   Schulden? Blijf praten, blijf vragen:

http://www.dora-besparen.nl/tip-van-de-dag/dora-tip-van-de-dag/schulden-blijf-praten-blijf-vragen/

Dit vind je misschien ook leuk...