DE KERSTSTAL
Door de ontkerkelijking zijn er niet zoveel mensen meer die er eentje opzetten met Kerst: een kerststal. Tante Dora komt uit een katholieke familie, maar volgens navraag onder de neven heeft zij nog nooit een kerststal opgezet. Of ligt er misschien één ingepakt in een grote doos op zolder? Vroeger was het onder katholieken normaal dat je een miniatuur kerststal opzette, meestal in de buurt van de kerstboom, of anders in een bijzonder hoekje van het dressoir.
Katholieken zetten ieder jaar vlak voor Kerstmis een stal op, om de geboorte van Jezus in Bethlehem te gedenken, aan het begin van de jaartelling. De stal was een fantasievol bouwsel, meestal van hout, waarin Maria en Josef aandachtig het kindeke Jezus bekeken, dat in een etensbak te slapen was gelegd, bij gebrek aan een bed. Want volgens de overlevering was er geen plaats in de herberg voor de hoogzwangere Maria.
Kribbe
Let op: het beeldje van Jezus wordt pas vanavond in de kribbe gelegd, in de Kerstnacht, want dan is hij officieel geboren. Daar werd in katholieke gezinnen niet de hand mee gelicht. Net zo min als met de drie koningen, die pas op 6 januari bij de stal aankomen, op hun spoor gezet door een geheimzinnige ster aan de hemel. Vanavond zijn de drie koningen, of de drie wijzen, dus nog niet bij de stal. In sommige katholieke gezinnen werden de drie, compleet met kamelen en bedienden, langs de plint van de huiskamer gezet, en zo langzaam, in de loop van de twee weken na Kerst, in de richting van de kerststal opgeschoven, waar ze op 6 januari pas een blik op Jezus mochten werpen.
De kerststal was vroeger in katholieke gezinnen een serieuze zaak. Niet in protestante gezinnen, want die deden niet aan die ‘poppenkast’. Vaak waren de stalletjes erfstukken, die al generaties in de familie waren. De figuren waren meestal van gips, en daardoor nogal breekbaar. Als er iets brak, dan werd het liefdevol aan elkaar geplakt en met een laagje nieuwe verf weer toonbaar gemaakt. Er werden hele taferelen gebouwd, onder andere met de herdertjes, die destijds ook getuigen waren van het wonderlijke gebeuren. Een goeie kerststal kon niet genoeg herdertjes en schapen hebben. Hoe meer, hoe beter.
Tegenwoordig heeft ieder winkelcentrum zijn ‘levende kerststal’, met levende dieren, een echte Josef en Maria, en meestal een babypop als Jezus. Want bij ons is het, in tegenstelling tot Bethlehem, nogal koud. Bij die Hollandse temperaturen ga je geen echt baby’tje in een kribbe leggen. Heel realistisch, zo’n levende kerststal. Maar voor de echte liefhebbers gaat er niets boven de verstilling van een mooie miniatuur stal met gipsen herdertjes en schapen, en een gipsen Jezus in een miniatuur voederbakje, beschenen door kaarsjes. Toch eens navragen bij tante Dora, of ze toch niet ergens een stal heeft, op zolder misschien?
LEES MEER: Misschien heeft het kringloopcentrum in jouw buurt nog wel een leuke kerststal?