EEN SCHEPJE BUISMAN

De Nederlanders hebben pas de laatste tien jaar een echte hippe koffiecultuur ontwikkeld. In de meeste gezinnen is de pot met het vertrouwde Melitta-filter inmiddels vervangen door een hightech pruttelding op het aanrecht, of op z’n minst door een Senseo-apparaat. Nog in de jaren tachtig kreeg je in restaurants en cafés koffie uit een glazen kan, die soms al anderhalf uur op het warmhoudplaatje had gestaan. Je kunt het je tegenwoordig niet meer voorstellen.

Toen tante Dora een jonge vrouw was, werd er ook koffie gedronken, zeker. Maar het was allemaal heel basic: gewoon een papieren filter, koffie erin, en daarna heet water uit de fluitketel opgieten. De koffie was te drinken, daarmee was het wel gezegd. Het hing ook vaak af van de kwaliteit van de koffie. Hoe beter de koffie, des te beter de smaak.

Dora Buisman

Vroeger had je drie standaardkwaliteiten in de winkel: goudmerkkoffie, zilvermerkkoffie en roodmerk. Goudmerk was de beste kwaliteitsklasse, en bestond volledig uit de duurdere arabicakoffie. Zilvermerk was een mengsel van 80% arabica en 20% robustakoffie. Robusta is een beduidend minder aromatische koffie dan arabica. Roodmerk was lange tijd de huis-tuin-en-keuken-koffie van de Nederlanders: 70% arabica en 30 procent robusta.

Warme melk

Met roodmerk kun je redelijke koffie zetten. Maar een halve eeuw geleden dronken de zuinige Hollanders de koffie graag met warme melk. Het liefst met een beetje veel melk, dat scheelde dure koffie. Veel mensen lustten geen koffie, niet vanwege de koffiesmaak, maar vanwege de melkvel die meestal op de koffie dreef. Door de vele melk en door de zuinige hoeveelheid gemalen bonen in het filter proefde je nauwelijks de koffie meer.

Daartegen hadden de zuinige Nederlanders een middeltje: Buisman. In plaats van een paar koffieboontjes meer te malen en minder melk toe te voegen, ging er een schep Buisman in het filter. Buisman werd voor het eerst 150 jaar geleden gemaakt. Toen was de koffie voor arme mensen nog slechter van kwaliteit, en werd bovendien gemengd met het veel goedkopere cichorei, de namaakkoffie die de aardappeleters van Van Gogh dronken bij hun avondmaal.

Dora koffiemolen

Om de ‘koffie’ nog een beetje smaak te geven, had meneer Buisman een poedertje ontwikkeld, gemaakt van gebrande suikers. Dat had een lekker roostersmaakje, dat de slappe Hollandse koffie nog een beetje pit gaf, zelfs met heel veel warme melk. Buisman was niet duur, in ieder geval veel goedkoper dan een extra schep koffie. Het blauwe busje Buisman met het bijbehorende blikken maatlepeltje werd een vast onderdeel van het zuinige huishouden.

Al in de jaren zestig begon de koffiecultuur in ons land te veranderen. De koffiebonen werden beter van kwaliteit, er werd niet langer op een boontje meer of minder gekeken, en de plas warme melk werd vervangen door een wolkje koffiemelk. Koffie moest steeds vaker ook een beetje aromatisch zijn. Buisman was niet meer zo nodig.

kopjeskoffie

Buisman maakt nog steeds smaakmakende producten, bijvoorbeeld voor de voedingsmiddelenindustrie, en ook voor in de koffie. Maar het blikje Buisman bestaat niet meer (zie het naschrift hieronder). Het is ingehaald door onze totaal veranderde koffiecultuur. Misschien maar gelukkig, al vindt één van de neven een melkvel op zijn koffie helemaal niet erg (zei hij). Brrr!

LEES MEER:   Ouderwetse koffie moet natuurlijk gemalen worden in een nostalgische wandkoffiemolen:

http://www.dora-besparen.nl/verder/doras-ding/de-koffiemolen/

Vorige week behandelden we in Dora’s ding een andere molen: de snijbonenmolen:

http://www.dora-besparen.nl/verder/doras-ding/de-snijbonenmolen/

 

NASCHRIFT:  Onze lezer Johan Spek schreef ons in april dat het blikje Buisman nog wél bestaat, zelfs in een verbeterde vorm, dus met een goed afsluitbaar plastic deksel. Bedankt voor de informatie en voor het meedenken, Johan!

Dit vind je misschien ook leuk...