BETUWSE APPELRÖSTI MET HEEL VEEL APPEL
UIT HET KOOKSCHRIFT VAN TANTE DORA
In haar kookschrift verzamelt tante Dora al jaren smakelijke recepten, spaarzame kooktips en maaltijdsuggesties. Een schat aan inspiratie, opgeborgen in de la van de keukentafel. Gelukkig mag Dora Besparen elke dag in het geheime kookschrift bladeren, en de erin opgeborgen kennis en ervaring met haar lezers delen.
Er bestaat een Zwitserse appelrösti, maar die wordt, behalve met appel, gemaakt met oud brood. Er is niets tegen het hergebruik van oud brood, maar daardoor komt de pure smaak van appels nauwelijks tot zijn recht. Hoog tijd voor een veel appelachtiger variant: de Betuwse appelrösti, die in de keuken van het Tante Dora inderdaad met Betuwse appels werd bereid, welwillend ter beschikking gesteld door een familielid die in Elst woont, en die een appelboom in haar tuin heeft. Deze appelrösti zijn lekker als dessert of als smikkellunch.
Voor vier tot zes royale rösti heb je nodig:
- 750 gram appels (ongeveer drie tot vier appels)
- twee eieren
- vier eetlepels tarwebloem
- twee eetlepels melk
- een eetlepel suiker
- een theelepel vanillesuiker
- een theelepeltje kaneel
- een mespunt kardemompoeder
- een heel klein mespuntje steranijspoeder
- olie en boter om in te bakken
- voor de garnering: poedersuiker en crème fraîche
Rasp
Schil de appels en rasp ze op een grove rasp. Meng goed de suiker, de vanillesuiker, de kaneel, het kardemompoeder en het steranijspoeder door de geraspte appel. Als je geen kardemom of steranijs hebt, dan kun je die ook weglaten. Breek de eieren in de massa en roer door. Dan komen de eetlepels melk en meel erbij. Nogmaals goed door elkaar roeren. Laat alles vijf minuten staan, om de bloem de gelegenheid te geven wat vocht op te nemen. Je zult zien dat er veel appel in zit, en maar heel weinig beslag.
Verhit een mengsel van boter en neutrale olie (bijvoorbeeld zonnebloemolie) in een koekenpan, het liefst met een antiaanbaklaag. Zorg dat er een dun laagje vet in de pan staat, de pan moet niet te ‘droog’ zijn. Zet het vuur niet te hoog, anders is de buitenkant van de rösti zwart en de binnenkant nog niet gaar. Maak nu twee of drie nette, enigszins platte hoopjes van het appelbeslag, en wacht.
Het duurt ongeveer vijf minuten voor de onderkant om bruin en stevig te worden. Daarna keer je de appelrösti om, en geeft de andere kant vijf minuten. Daarna draai je het appelrondje nog een keer om, voor een laatste paar minuten in het vet. Je zult merken dat deze appelrösti minder stevig is dan de bekende aardappelrösti. Bij klassieke rösti plakt het zetmeel in de aardappel de hoopjes stevig aan elkaar. Dat gebeurt niet bij appel. In tegendeel: de appel wordt juist zacht en slap.
Stevigheid
Het kleine beetje beslag zorgt voor enige stevigheid, zonder dat het echt een pannenkoek wordt, maar een rösti van appelsliertjes blijft. Keer de appelrösti daarom om met een brede spatel waar het hele platte koekje op past, waardoor alles heel blijft. Mochten er toch wat brokjes afvallen, druk die dan maar tegen de rest aan. Meestal blijft het wel plakken.
Het uiteindelijke resultaat is een soort appelkoekje: bruin en enigszins knapperig aan de buitenkant, en zacht en gaar binnenin. De geur tijdens het bakken is al om te watertanden. Je kunt de appel en de kaneel goed ruiken. Haal de gare röstirondjes uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken. Het is niet slim om ze meteen te eten, want de appel binnenin blijft lang heet. Wacht maar een paar minuutjes, en schep intussen de volgende appelrösti in de pan.
Serveer de appelrösti op een mooi bordje met een beetje poedersuiker en een lepel crème fraîche. De smaak is intens appelig, niet te zoet, en een mooie combinatie van een enigszins knapperige buitenkant en een smeuïge binnenkant. Geniet er maar van!
De recepten en tips in dit artikel zijn eerder verschenen op Dora Besparen. Ze zijn inmiddels verbeterd en aangepast. Heb je suggesties en opmerkingen? Deel ze onderaan deze pagina of op Facebook, of stuur je mail naar: tante@dora-besparen.nl
Follow
