GEEN KOLEN EN GAS MEER, MAAR ZON EN WIND
Door de technische verbeteringen aan windmolens en vooral door de toenemende efficiëntie van zonnecellen wordt het zelf opwekken van energie steeds gemakkelijker en rendabeler. Het is bovendien relatief schone energie. Het bouwen en installeren van windmolens en zonnecellen veroorzaakt ook vervuiling, maar veel minder dan kolencentrales en kernenergie. En de zon en de wind zijn gratis beschikbaar.
Het toenemend op kleine schaal opwekken van stroom en andere energie heeft ook grote maatschappelijke gevolgen. Vijftig jaar geleden werd stroom uitsluitend opgewekt in grote centrales, die in handen waren van grote bedrijven of zelfs van de overheid. Omdat de welvaart van een land afhing van de betrouwbare aanvoer van energie, werd energie als vanzelf een staatszaak.
Radicaal
Dat gaat in de 21ste eeuw radicaal veranderen. Zonne- en windenergie worden volwassen, en daarmee de mogelijkheid om lokaal op kleine schaal je eigen energie op te wekken. Geen grote bedrijven meer en geen staatsbemoeienis, maar energie op buurt- en straatniveau. Dat wil niet zeggen dat iedereen zijn eigen windmolen of zonnecel op zijn dak moet hebben. Niet elk dak vangt genoeg zon, en je mag niet overal windmolens neerzetten. Bovendien heeft niet iedereen zin om een deel van zijn of haar tijd aan de opwekking van de eigen energie te besteden.
Daarom ontstaan steeds meer kleinschalige organisaties die, vaak op stads- of buurtniveau, het geregel en het onderhoud overnemen. De gebruiker wordt in feite een investeerder: door een abonnement of door een eenmalige bijdrage maakt hij het anderen mogelijk om zonnecellen en windmolens neer te zetten. Dat gebeurt al her en der: inwoners van agrarische dorpen die samen een windmolen plaatsen die het hele dorp van elektriciteit voorziet. Of plaatselijke investeringsmaatschappijen die her en der parken met zonnecellen beheren, vaak op braakliggende terreinen.
Sommige gemeenten in ons land steunen dergelijke initiatieven. Zij prijzen de diensten van de lokale groene energiemaatschappijen bij hun burgers aan. Dat doen ze niet belangeloos. Alle gemeenten moeten de CO2-uitstoot en andere milieubelasting terugdringen, als gevolg van allerlei internationale afspraken. Wie zijn stad grotendeels op hernieuwbare energie kan laten draaien, heeft minder uitstoot.
Elke stad
Een eeuw geleden had elke stad zijn gasfabriek en elektriciteitscentrale. In de komende eeuw heeft elke zich respecterende stad zijn eigen windmolens en zijn eigen park met zonnepanelen, aan elkaar gekoppeld in één plaatselijk netwerk, waarin de ‘ouderwetse’ energiecentrales er alleen nog zijn als noodvoorziening. Dat betekent dat de burger, door middel van de plaatselijke politiek, invloed heeft op zijn eigen energievoorziening. De consument bepaalt zelf wat er uit zijn stopcontact komt.
Dat is een hele omwenteling in het denken over energie, die de hele wereld gaat veranderen. Geen olie en kolen meer uit onbetrouwbare landen, geen gevaarlijke kernenergie, geen afvalbergen en vervuiling, maar schone energie vlak bij huis, van je eigen dak. En als de technische vernieuwing van de duurzame energieopwekking doorgaat, wordt energie vanzelf ook goedkoper. Want jouw eigen energie heeft geen aandeelhouders of dure directeuren met megabonussen. Jij bent de baas. Klinkt goed, hè?
LEES MEER: Een leuke knutselopdracht voor het komende zomerseizoen: bouw je eigen zonneoven:
http://www.dora-besparen.nl/tip-van-de-dag/bouw-je-eigen-zonneoven-en-vang-gratis-energie/