WAAROM DE POCKETBOEKEN LANGZAMERHAND ZIJN VERDWENEN
Mensen van een zekere leeftijd hebben ze nog wel in de boekenkast staan: pocketboeken. Kleine boeken die, zoals de Engelse naam suggereert, goed in je (jas)zak passen, met een simpele kartonnen kaft, gedrukt op grauw krantenpapier, zonder poespas. Wie nu zo’n oud pocketboek openslaat, ruikt de geur die zo goed past bij vergeeld papier. Het is een nostalgische geur, want pockets worden bijna niet meer gemaakt.
Vóór de oorlog begon de Engelse uitgeverij Penguin met het uitgeven van pockets. Door de goedkope manier van produceren kostten de boeken bijna niets. De uitgevers vonden het belangrijk dat iedereen goede boeken kon kopen, ook studenten en mensen met weinig geld. Ze wilden dat boeken lezen net zo gewoon werd als eten en drinken. Door hun kleine formaat kon je pockets overal in je zak meenemen, naar je werk, in de trein of aan het strand. Omdat de pocket zo goedkoop was, kon je hem bij wijze van spreken na het lezen bij het oud papier doen, of weggeven aan een vriend. Het ging om de inhoud, niet om de exclusieve vorm.
Na de oorlog
In Nederland werden na de oorlog vooral de Prisma Pockets bekend, uitgegeven door uitgeverij Het Spectrum. Bij Prisma verschenen de meest uiteenlopende titels over de meest uiteenlopende onderwerpen. Je had woordenboeken en andere naslagwerken, boeken over wetenschap en techniek, over management en psychologie. Daarnaast een grote keus aan oude en nieuwe literatuur, en kinderboeken zoals de verhalen van Karl May en de avonturen van piloot Biggles.
Wie in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw opgroeide en graag las, las vaak pockets. Voor de prijs hoefde je het niet te laten. Voor drie, vier gulden kon je boeken aanschaffen die je leven veranderden. En die de levens van je vrienden veranderden, met wie je de pocketboeken deelde. De hele wereldliteratuur lag aan je voeten, voor de prijs waarvoor je tegenwoordig nog geen beker stationskoffie kunt kopen.
Het is een beetje afgelopen met de pocket. Mensen lezen sowieso minder, en als ze een boek kopen, dan moet het er toch een beetje mooi uitzien, op de koffietafel in de salon. Lezen als een fijne en nuttige bezigheid die voor iedereen bereikbaar is, is de laatste jaren snel op de achtergrond geraakt. De informatie staat ook op internet, en is daar helemaal gratis weg te plukken. Daar kan zelfs de pocket niet tegenop. Prisma is tegenwoordig eigendom van uitgeverij Unieboek, en publiceert alleen nog maar woordenboeken en boeken over taal. Wat ons blijft is die vergeelde geur van boeken die ooit voor IEDEREEN bedoeld waren.
LEES MEER: Ook dat waren Prisma Pockets: de knutselboeken van Piet Marée:
http://www.dora-besparen.nl/gedachte-van-de-dag/dora-gedachte-van-de-dag/knutsel-mee-met-piet-maree/
Boeken zijn nog steeds voor iedereen. Als je geen boeken kunt kopen dan is er de bibliotheek en vergeet de e-boeken niet. Vaak een stuk goedkoper. Veel boeken worden trouwens uitgegeven in de duurdere hardcover versie en een goedkopere editie, model grote pocket.
En inmiddels hebben we beschikking over de overtreffende trap van de pocket: de dwarsligger. Een compleet boek, ietsjes groter dan een pakje sigaretten. De lettergrootte is normaal, maar de pagina’s zijn gekanteld (kost minder witruimte) en het is gedrukt op superdun bijbelpapier. Dit jaar voor het eerst meegenomen op vakantie en het beviel uitstekend!
Ze zijn gewoon bij de bieb te leen. Na de zomer vind je ze vaak bij kringloopwinkels, ook op Marktplaats staan er veel voor twee of drie euro. Bonustip: na het lezen kun je ze voor dezelfde prijs weer doorverkopen.