WAT DOE JE ALS JE JAS VERSLETEN IS, EN JE PORTEMONNEE LEEG (ZOALS GEWOONLIJK)?
Je zult maar een bijstandsuitkering hebben, of alleen AOW met een klein pensioentje. De huur en eten en drinken kun je er nog wel van betalen. Maar kleding en schoeisel worden al een onoverkomelijk probleem. Financieel zit het er gewoon niet meer in. Dat weten de strak in het maatpak gestoken heren in Den Haag natuurlijk niet. Maar voor veel mensen in Nederland, ook werkenden met een klein inkomen, is dit gewone, alledaagse realiteit.
Uiteindelijk verslijt ook in arme gezinnen elke broek en jas, en moet je op zoek naar vervanging. Hoe doe je dat goedkoop, of min of meer gratis? Hier vier suggesties:
- Maak je eigen kleding zelf. Een oeroude methode, die de generatie van tante Dora nog goed beheerst, maar die veel jongere vrouwen en zeker mannen nauwelijks (meer) kennen. Wie een naaimachine heeft en wie kan breien, kan een hele garderobe bij elkaar creëren. Je hebt patronen nodig (onder andere gratis te leen in veel bibliotheken of op internet), en een stofje. De stof kun je voordelig op de markt kopen. Dat wordt steeds moeilijker en ook op de markt is stof per meter vaak niet goedkoop meer. Maar ook oude gordijnen, lakens en afdankertjes laten zich tot leuke kleding omtoveren. Knopen uit de knopendoos!
- Ruil met anderen, al dan niet in ruilhoekjes of tijdens ruilmiddagen in het buurthuis, binnen je familie, of via internet. Er bestaan ook weggeefwinkels, waar je ook terecht kunt als jij zelf niets te ruilen hebt. Ruilen en weggeven gaat met gesloten beurzen, en leidt soms tot zinvolle sociale contacten. Kijk op het internet voor adressen, of organiseer je eigen lokale ruil- of weggeefkring.
- Koop je kleding tweedehands, bijvoorbeeld in kringloopwinkels (pas op sommige kringlopen zijn vintagewinkels geworden) of in de kledingwinkels van het Leger des Heils. Bij het Leger des Heils doet de eigenaar niet eerst een greep in de mooie spullen, om die aan dure vintage-winkels te verkopen. Alles komt in de rekken te hangen, ook sjieke merken en design. Bij het Leger heb je al een broek en ook truien voor weinig geld, keurig netjes chemisch gereinigd. Kijk op het internet voor adressen.
- Vraag cadeaubonnen, bij voorkeur overal in te wisselen bonnen. Doe dat maar redelijk consequent, dan heb je na verjaardagen en andere cadeaufeestjes al snel een enveloppe met genoeg bonnen om een leuke gloednieuwe trui of een paar stoere winterschoenen te kopen, in een chique winkel.
Dit zijn maar een paar suggesties. Denk ook aan laagdrempelige rommelmarkten, bijvoorbeeld op Koningsdag. Ga dan vooral kijken tegen het einde van de dag: veel handelaren gooien de overgebleven gedragen kleding op de afvalhoop, omdat ze de ‘rommel’ niet weer mee naar huis willen nemen. Die ‘rommel’ kan jou precies passen.
Wie slim is, kan voor weinig geld een goed gevulde kledingkast bezitten, zonder daarvoor veel geld uit te geven. Dat is een hoopgevende gedachte.
LEES MEER: Ruilen is het nieuwe hebben: